ECLI:NL:CRVB:2006:AU9172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor gedingkosten
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 30 december 2003, waarin zijn beroep tegen een besluit op bezwaar ongegrond werd verklaard. Het betreft aanvragen om bijzondere bijstand die door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk zijn afgewezen. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 22 november 2005, waarbij appellant in persoon verscheen en gedaagde niet vertegenwoordigd was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat de kosten die appellant had ingediend niet konden worden aangemerkt als noodzakelijke kosten van het bestaan volgens artikel 39 van de Algemene bijstandswet (Abw). De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de aanvragen om bijzondere bijstand voor gedingkosten niet voldeden aan de criteria van noodzakelijkheid en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. C. van Viegen, in tegenwoordigheid van M. Pijper als griffier, op 3 januari 2006.