ECLI:NL:CRVB:2005:AU8293
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- S. l’Ami
- J. Riphagen
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Korting op WW-uitkering wegens onvoldoende sollicitatieactiviteit door jonge moeder met tweeling
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2005, staat de korting op de WW-uitkering van een jonge moeder met een tweeling centraal. De Raad beoordeelt het geschil aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen. De appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had gedaagde een maatregel opgelegd wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten, resulterend in een korting van 20% op haar WW-uitkering over een bepaalde periode. Gedaagde had in de periode van 1 juli 2003 tot 27 juli 2003 niet aan de vereiste sollicitatieplicht voldaan, wat leidde tot het bestreden besluit van 26 februari 2004, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard.
De Raad overweegt dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak had geoordeeld dat gedaagde niet verweten kon worden dat zij niet had gesolliciteerd, gezien haar omstandigheden als jonge moeder. Echter, de Centrale Raad van Beroep is van mening dat gedaagde op de hoogte was van haar verplichtingen en dat zij, ondanks haar situatie, in staat had moeten zijn om minimaal één sollicitatie per week te verrichten. De Raad wijst op het feit dat gedaagde een brochure had ontvangen waarin de sollicitatieplicht werd uitgelegd, en concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die haar van deze verplichting vrijwaren.
Uiteindelijk vernietigt de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, waarmee de opgelegde maatregel in stand blijft. De Raad acht geen termen aanwezig voor een vergoeding van de proceskosten, wat de beslissing van de Centrale Raad van Beroep bevestigt.