ECLI:NL:CRVB:2005:AU7815
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J.C.F. Talman
- A. Beuker-Tilstra
- Rechtspraak.nl
Weigering toewijzing functie en strijd met het fair-play beginsel in sollicitatieprocedure
In deze zaak gaat het om de weigering van de Commandant Landstrijdkrachten om appellant, een eerste luitenant bij de Koninklijke Landmacht, de functie van hoofd bureau Productmanagement EOD toe te wijzen. Appellant had gesolliciteerd naar deze functie, maar zijn aanvraag werd afgewezen op 4 juli 2002. Dit besluit werd na bezwaar gehandhaafd op 25 april 2003. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die zijn beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 27 oktober 2005 was appellant aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl gedaagde werd vertegenwoordigd door een medewerker van het Ministerie van Defensie.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er in de sollicitatieprocedure geen sollicitatiegesprek met de commandant EOD heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met de geldende procedure. De Raad oordeelt dat de selectiecommissie appellant als enige geschikte kandidaat had aangemerkt, en dat het ontbreken van een sollicitatiegesprek een ernstige tekortkoming is. Daarnaast is vastgesteld dat de ervaringseisen voor de functie tijdens de sollicitatieprocedure zijn verzwaard, wat in strijd is met het fair-play beginsel. De Raad concludeert dat deze verzwaring van eisen niet gerechtvaardigd was en dat het besluit van gedaagde om appellant de functie niet toe te wijzen, niet op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.
De Raad vernietigt het bestreden besluit en de eerdere uitspraak van de rechtbank, en verplicht gedaagde om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van appellant. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,- bedragen, en moet de Staat der Nederlanden het griffierecht van € 321,- vergoeden aan appellant.