ECLI:NL:CRVB:2005:AU7784
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- J. Riphagen
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Herkrijgen van werknemerschap na zelfstandige werkzaamheden
In deze zaak gaat het om de vraag of appellant, die als zelfstandige heeft gewerkt, zijn werknemerschap kan herkrijgen op basis van de Werkloosheidswet (WW). Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin werd geoordeeld dat hij zijn werknemerschap had verloren omdat hij langer dan 18 maanden als zelfstandige had gewerkt. Appellant stelt dat hij zijn werkzaamheden als zelfstandige op 7 september 2001 volledig heeft gestaakt en dat hij daarom recht heeft op herkrijging van zijn werknemerschap. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 28 september 2005, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. van Grieken, en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. J. Röttjers.
De Raad overweegt dat appellant vanaf 8 mei 2000 als zelfstandige heeft gewerkt en dat hij op 8 november 2001 nog steeds als zelfstandige moet worden beschouwd. De Raad concludeert dat appellant na het beëindigen van zijn project bij Siemens AG op 6 september 2001, actief heeft geprobeerd nieuwe opdrachten te verwerven, wat betekent dat hij zijn zelfstandige werkzaamheden niet volledig heeft beëindigd. De Raad wijst erop dat de wet vereist dat zelfstandige werkzaamheden binnen anderhalf jaar na aanvang volledig moeten worden beëindigd om het werknemerschap te kunnen herkrijgen. Aangezien appellant niet aan deze voorwaarde voldoet, wordt zijn beroep afgewezen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T. Hoogenboom als voorzitter en mr. J. Riphagen en mr. M. Greebe als leden, in aanwezigheid van griffier S. l’Ami, en is openbaar uitgesproken op 30 november 2005.