ECLI:NL:CRVB:2005:AU6979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- D.A.C. Slump
- Rechtspraak.nl
Beoordeling functiewaardering en rechtsgeldigheid van besluit gemeente Zwijndrecht
In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Dordrecht, die op 23 januari 2004 een eerder besluit van de gemeente had vernietigd. Dit besluit betrof de functiewaardering van de functie van medewerker bezwaar en beroep bij de sector welzijn van de gemeente Zwijndrecht. De rechtbank oordeelde dat het besluit een wettelijke basis ontbeerde, wat de gemeente betwistte. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 29 september 2005, waarbij de gemeente werd vertegenwoordigd door J. Luyte, B. van der Zalm en H. van der Niet. Gedaagde is niet verschenen.
De Raad heeft vastgesteld dat de functiewaardering was gebaseerd op het Functiewaarderingsreglement 2000, dat door de gemeente was vastgesteld. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geconcludeerd dat het besluit geen wettelijke basis had. De Raad benadrukte dat de rechterlijke toetsing in dergelijke gevallen terughoudend dient te zijn en dat een waardering alleen kan worden vernietigd als deze als onhoudbaar moet worden aangemerkt. De Raad heeft de argumenten van gedaagde tegen de score van de secundaire factor functionele vorming beoordeeld en geconcludeerd dat de score van 3 punten, gebaseerd op aanvullende opleiding, niet op onvoldoende gronden berustte.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van gedaagde ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de proceskosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 november 2005.