ECLI:NL:CRVB:2005:AU6611
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 05-1895 NABW. De opposant, wonende te [woonplaats], heeft zich in een brief van 11 maart 2005 gekeerd tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 5 januari 2005. In deze eerdere uitspraak was het verzoek van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 103,-- niet tijdig was betaald. De opposant heeft vervolgens op 15 augustus 2005 een verzetschrift ingediend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring. Tijdens de zitting op 15 november 2005 is de opposant niet verschenen, en ook de geopposeerde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, was niet vertegenwoordigd.
De Raad heeft in zijn motivering aangegeven dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekende brief van 22 april 2005 was betaald. De Raad heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de opposant niet in verzuim is geweest. De Raad heeft het verzoek van de opposant om herziening van de eerdere uitspraak als terecht niet-ontvankelijk aangemerkt. De argumenten die de opposant in zijn verzetschrift en in een brief van 6 november 2005 heeft aangevoerd, bieden volgens de Raad geen aanknopingspunten om tot een andere conclusie te komen.
De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van mr. P.C. de Wit als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 november 2005.