ECLI:NL:CRVB:2005:AU5775
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- C.J.W. Schoor
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters in hoger beroep inzake WAO
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 25 februari 2004, waarin zijn beroep tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op 5 december 2002 ongegrond werd verklaard. Kort voor de zitting op 14 december 2004 heeft verzoeker de behandelende kamer, bestaande uit mr. J.W. Schuttel, voorzitter, en mr. C.J.W. Schoor en mr. F.J.L. Pennings, gewraakt. Dit wrakingsverzoek werd op 28 januari 2005 afgewezen door de wrakingskamer, waarna het dossier opnieuw aan de behandelende kamer werd overgedragen.
Op 30 augustus 2005 heeft verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelende kamer, bestaande uit mr. K.J.S. Spaas, voorzitter, en mr. J.W. Schuttel en mr. C.J.W. Schoor. Dit verzoek werd behandeld op de zitting van 28 oktober 2005, waarbij verzoeker niet aanwezig was. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft een bericht van niet verschijnen gestuurd. De betrokken rechters hebben schriftelijk aangegeven geen gebruik te maken van de gelegenheid om gehoord te worden.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing op het wrakingsverzoek vastgesteld dat verzoeker in zijn verzoekschrift geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de onpartijdigheid van mr. Spaas in gevaar zouden kunnen brengen. Het verzoek om wraking van mr. Spaas werd dan ook afgewezen. Voor mr. Schuttel en mr. Schoor heeft verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden gepresenteerd, waardoor hun wrakingsverzoek niet in behandeling kon worden genomen. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2005.