ECLI:NL:CRVB:2005:AU5340
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burgeroorlogsgetroffene op basis van onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, die een aanvraag had ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres, geboren in 1936 in het voormalige Nederlands-Indië, had gezondheidsklachten ingediend die zij in verband bracht met haar ervaringen tijdens de oorlogsjaren en de Bersiap-periode. De aanvraag werd afgewezen op 15 april 2003, omdat verweerster van mening was dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij was getroffen door oorlogsgeweld, zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO).
De Raad heeft het geding behandeld op 7 oktober 2004, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.C.M. van Berkel. Verweerster werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen. Tijdens de zitting heeft de Raad het onderzoek heropend, omdat het niet volledig was geweest. Na het indienen van aanvullende informatie door verweerster, heeft de Raad besloten het onderzoek te sluiten zonder verdere zitting.
In de motivering van de uitspraak heeft de Raad geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van eiseres dat zij en haar gezin onder bedreiging en geweld uit huis zijn gezet en in kampen zijn ondergebracht. De Raad heeft geen bevestiging gevonden in de beschikbare stukken, waaronder sociale rapporten van zusters van eiseres, die de beweringen van eiseres ondersteunden. De Raad heeft benadrukt dat de erkenning als burgeroorlogsslachtoffer gebonden is aan specifieke gebeurtenissen zoals omschreven in de wet. De Raad heeft ook geen termen gezien om proceskosten te vergoeden. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard.