ECLI:NL:CRVB:2005:AU5059
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluiten inzake arbeidsongeschiktheid op basis van ondeugdelijke medische onderbouwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, een directeur-grootaandeelhouder van een rundveehouderij. Appellant had zich per 23 mei 2001 gemeld bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vanwege toegenomen arbeidsongeschiktheid na een knieoperatie. De verzekeringsarts concludeerde dat de beperkingen van appellant niet waren toegenomen en handhaafde de arbeidsongeschiktheidsklasse op 15 tot 25%. Appellant ging hiertegen in beroep, maar de rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond.
De Centrale Raad oordeelde dat de schattingsbesluiten van het Uwv berustten op een ondeugdelijke medische onderbouwing. De Raad stelde vast dat het belastbaarheidsprofiel, zoals opgesteld door de revalidatiearts G.C.M. Heijnen, de basis moest vormen voor de functieselectie. De Raad concludeerde dat de geselecteerde functies niet voldeden aan de eisen van het belastbaarheidsprofiel, met name op het aspect zitten, wat leidde tot de vernietiging van de besluiten van het Uwv.
Daarnaast oordeelde de Raad dat het verzoek van appellant om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente niet kon worden ingewilligd, omdat de nieuwe besluiten op bezwaar nog niet waren genomen. De Raad veroordeelde het Uwv echter wel in de proceskosten van appellant, die in totaal € 2.762,40 bedroegen, en bepaalde dat het Uwv het griffierecht van € 247,46 aan appellant diende te vergoeden.