ECLI:NL:CRVB:2005:AU1919
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en belastbaarheid na auto-ongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die haar werkzaamheden als taxichauffeuse heeft gestaakt na een auto-ongeval in februari 2000. Appellante heeft een aanvraag voor een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingediend, maar haar aanvraag werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen. De verzekeringsarts Pelzers heeft een belastbaarheidspatroon voor appellante opgesteld, waaruit bleek dat zij in staat was om bepaalde functies te vervullen, ondanks haar beperkingen. De bezwaarverzekeringsarts Van Hooff heeft het belastbaarheidspatroon aangepast, maar concludeerde dat appellante nog steeds in staat was om te werken, zij het met een urenbeperking van 12 uur per week.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, en ook de Centrale Raad van Beroep heeft geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan de juistheid van het vastgestelde belastbaarheidspatroon. De Raad heeft overwogen dat de rapportage van de neuroloog Beijersbergen, die posttraumatische stressklachten beschrijft, niet voldoende steun biedt voor het oordeel dat de belastbaarheid van appellante op de in geding zijnde datum is overschat. De Raad heeft vastgesteld dat er voldoende functies zijn die appellante kan vervullen zonder intensief gebruik van de nek, en dat haar stelling dat zij op revalidatiedagen niet in staat was om te werken, niet voldoende onderbouwd is.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarmee de afwijzing van de WAO-uitkering door het Uwv in stand blijft. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens en de rol van verzekeringsartsen in het vaststellen van de belastbaarheid van appellanten in arbeidsongeschiktheidszaken.