ECLI:NL:CRVB:2005:AU0470
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- R.C. Stam
- M. Renden
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bij indienen beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2005, betreft het een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 januari 2005. In die uitspraak werd het hoger beroep van de opposante, vertegenwoordigd door mr. W.K.J. van Santen, niet-ontvankelijk verklaard omdat de termijn van zes weken voor het indienen van het beroepschrift niet was nageleefd. De opposante had tegen deze uitspraak een verzetschrift ingediend, waarin zij betoogde dat de termijnoverschrijding niet aan haar kon worden toegerekend.
Tijdens de zitting op 16 juni 2005 werd de gemachtigde van de opposante gehoord, terwijl de geopposeerde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, niet aanwezig was. De Raad overwoog dat de argumenten in het verzetschrift niet voldoende waren om de eerdere beslissing te herzien. De Raad benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van het beroepschrift volledig bij de opposante ligt, ongeacht de omstandigheden die tot de termijnoverschrijding hebben geleid.
De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om de eerdere uitspraak te herzien en verklaarde het verzet ongegrond. De uitspraak bevestigde dat de gemaakte fout bij het invoeren van gegevens in de elektronische agenda van de gemachtigde niet kan leiden tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De beslissing werd genomen met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).