ECLI:NL:CRVB:2005:AU0015
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan gedaagde, die sinds haar jeugd lijdt aan astma en bronchiale hyperreactiviteit. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De rechtbank had eerder het besluit van het Uwv vernietigd, omdat het niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft de zaak behandeld op 25 mei 2005, waarbij gedaagde werd bijgestaan door haar advocaat, mr. W.G.H. van de Wetering.
De Raad heeft de medische en arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit beoordeeld. Gedaagde was onderzocht door psychiater prof. dr. E. Hoencamp, die concludeerde dat gedaagde op 9 april 1999, de datum in geding, in staat was om de geselecteerde functies te vervullen, ondanks haar psychische klachten. De Raad oordeelt dat de beperkingen van gedaagde adequaat in kaart zijn gebracht en dat zij met deze beperkingen de geselecteerde functies kan verrichten. De Raad wijst erop dat de rechtbank ten onrechte het bestreden besluit heeft vernietigd, omdat het besluit voldoende onderbouwd was.
De Raad concludeert dat het hoger beroep slaagt, dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd en dat het inleidend beroep ongegrond moet worden verklaard. De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak van de Raad is openbaar uitgesproken op 13 juli 2005.