ECLI:NL:CRVB:2005:AT9600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Utrecht inzake het indienen van een MN 111 formulier en de onderbouwing van medische gegevens
Op 29 juni 2005 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 03/2647 ZFW. De appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. P.G.M. Lodder, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht van 12 mei 2003, waarin zijn beroep tegen een besluit van 9 april 2002 ongegrond was verklaard. De zaak betrof de vraag of de appellant tijdig een MN 111 formulier had ingediend en of hij voldoende medische gegevens had overgelegd ter onderbouwing van zijn verzoek.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet tijdig het MN 111 formulier bij de Caisse Nationale de Securité Sociale in Marokko had ingediend en dat hij gedaagde niet op de hoogte had gesteld van zijn opname in het ziekenhuis Al Wahda in Marokko. Hierdoor was het voor de Raad niet mogelijk om vast te stellen of de gezondheidstoestand van de appellant zodanig was dat de opname en behandeling onmiddellijk noodzakelijk waren. De Raad oordeelde dat de appellant onvoldoende had gedaan om zijn verzoek te onderbouwen met verifieerbare medische gegevens.
De Raad heeft de motivering van de rechtbank in grote lijnen onderschreven en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, wat betekent dat het beroep van de appellant opnieuw ongegrond werd verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van formulieren en het verstrekken van adequate medische informatie in procedures rondom sociale zekerheid.