ECLI:NL:CRVB:2005:AT9069
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat hij het griffierecht niet tijdig had betaald. Appellant stelde dat hij in een financieel nijpende situatie verkeerde, waardoor hij niet in staat was het griffierecht te voldoen. Tijdens de zitting van de Centrale Raad van Beroep op 11 mei 2005 heeft appellant deze situatie mondeling toegelicht, maar de Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om af te wijken van de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, omdat appellant niet had aangetoond dat hij financieel niet in staat was om het griffierecht te betalen. De Raad merkte op dat appellant niet had gereageerd op eerdere brieven van de rechtbank en pas in hoger beroep zijn financiële situatie naar voren bracht. Dit werd niet als voldoende onderbouwing gezien voor zijn verzuim om het griffierecht te betalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de aangevallen uitspraak terecht was en bevestigde deze.