ECLI:NL:CRVB:2005:AT8511
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Weigering van WUV-uitkering op basis van psychische klachten en beleidsvrijheid van de verweerster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juni 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, een vrouw geboren in 1939 in het voormalige Nederlands-Indië, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een verzoek ingediend om op grond van haar oorlogservaringen en de daaruit voortvloeiende psychische klachten gelijkgesteld te worden met vervolgde, en om een periodieke uitkering en een voorziening toe te kennen. Dit verzoek was eerder afgewezen door de verweerster, die oordeelde dat de omstandigheden waaronder eiseres de oorlogsjaren had meegemaakt niet uitzonderlijk genoeg waren om de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV) toe te passen. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat de arrestatie van haar moeder door de Japanners gepaard ging met geweld, wat haar als kind zeer traumatiserend was.
De Raad heeft de argumenten van eiseres in overweging genomen, maar oordeelde dat de verweerster terecht had geoordeeld dat de arrestatie van de moeder van eiseres niet met buitensporig geweld was gepaard gegaan. De Raad benadrukte dat de bevoegdheid van de verweerster om te besluiten over de gelijkstelling met vervolgde discretionair van aard is, wat betekent dat er een ruime beleidsvrijheid bestaat. De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om het bestreden besluit te vernietigen, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechter bij het toetsen van besluiten die zijn genomen op basis van beleidsvrijheid van de verweerster.