“De evenredige vermindering wordt geregeld in artikel 10 van de Dagloonregels IWS. Artikel 10 van de Dagloonregels IWS bepaalt dat het dagloon evenredig dient te worden verlaagd onder andere indien de werknemer die anders dan ingevolge een regeling tot toepassing van een kortere dan de voor hem normale werktijd of onbetaald verlof, gemiddeld een geringer dan het normale aantal uren per week werkzaam is geweest.
[gedaagde] was sinds 1 mei 1998 werkzaam bij Randstad Transportdiensten Randstad speciale uitzending bv. De normale werktijd in het beroepsgoederenvervoer bedraagt 160 diensturen per periode van 4 weken. Per week bedraagt de normale werktijd derhalve 40 uren.
[gedaagde] heeft echter 18,92 uur per week gewerkt en is dientengevolge gemiddeld in een geringer aantal uren dan het normale aantal uren per week werkzaam geweest.
Ingevolge artikel 10 van de Dagloonregels IWS dient het dagloon van de heer Sauer dan ook evenredig te worden verlaagd.
In artikel 10 van de Dagloonregels IWS wordt niet aangegeven op welke wijze de evenredige vermindering dient plaats te vinden.
In artikel 10 aanhef van de Dagloonregels IWS wordt voor de evenredige verlaging van het dagloon een koppeling gelegd met artikel 16 lid 2 ww. Hierin wordt onder andere bepaald dat voor de berekening van het arbeidsurenverlies uitgegaan wordt van het gemiddeld aantal arbeidsuren (gaa). Gelet hierop ligt het voor de hand om bij de evenredige vermindering van het dagloon een verband te leggen met het gemiddeld aantal arbeidsuren. De evenredige vermindering wordt dan afgeleid van het arbeidspatroon van de 26 weken voorafgaand aan het arbeidsurenverlies.
Naast het gaa is hierbij ook van belang het gemiddeld aantal dagloonuren (gadu). Het gadu wordt berekend door de optelling van alle uren, die voor de dagloonberekening zijn meegenomen, te delen door het totaal van alle dagen waarin uren liggen die voor de dagloonberekening zijn meegenomen. Voor vaststelling van het gemiddeld aantal dagloonuren per week wordt dit resultaat vervolgens vermenigvuldigd met 5.
Op grond van bovenstaande overwegingen is als volgt uitvoering gegeven aan artikel 10 van de Dagloonregels IWS.
[gedaagde] heeft een gemiddeld aantal arbeidsuren (gaa) van 18,92 uur per week. Hij heeft een gemiddeld aantal dagloonuren van 42,03 uur per week.
Het gemiddeld aantal dagloonuren is als volgt vastgesteld:
(Aantal uren gebruikt voor de dagloonberekening: aantal dagen waarop is gewerkt, of daaraan gelijk te stellen) x 5 dagen.
De evenredige verminderingsfactor wordt dan: 18,92 (gaa) : 42,03 (gadu) = 0,45
Het definitieve dagloon wordt vastgesteld door de evenredige verminderingsfactor toe te passen op het (voorlopige) dagloon.
In onderhavige zaak levert dit het volgende dagloon op:
€ 104,06 x 0,45 = € 46,84
Wij menen dat uit de uitspraak van uw Raad van 22 mei 1991, gepubliceerd in RSV 1991/239, blijkt dat de Raad deze wijze van uitvoering geven aan het bepaalde in artikel 10 van de Dagloonregels IWS heeft geaccepteerd
Met voornoemde uitspraak wordt ons inziens ondersteund dat indien het dagloon evenredig verlaagd dient te worden, het dagloon vermenigvuldigd wordt met de evenredige verminderingsfactor, te weten het gemiddeld aantal arbeidsuren gedeeld door het gemiddeld aantal dagloonuren.
Het is niet juist om die uitkomst vervolgens weer van het dagloon af te trekken.”