ECLI:NL:CRVB:2005:AT8243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- R.C. Stam
- C.M. van Wechem
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de schatting van premielonen bij onvolledige loonadministratie
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door I.P. Kistenmacher, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (gedaagde) de premielonen op basis van een verantwoorde schatting mocht vaststellen, omdat appellante haar loonadministratie niet volledig had gevoerd. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 mei 2005, waarbij gedaagde niet vertegenwoordigd was.
De Raad heeft vastgesteld dat er bij appellante buiten de loonadministratie om loon is uitbetaald, wat de basis vormde voor de schatting van de verschuldigde premies. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat gedaagde zorgvuldig te werk is gegaan bij het schatten van de premielonen. De Raad verwijst naar het looncontrolerapport van 29 oktober 2001, waaruit blijkt dat gedaagde de nodige terughoudendheid heeft betracht bij de schatting.
Appellante heeft betoogd dat de schatting op onvoldoende gronden berust, maar de Raad heeft deze stelling verworpen. De Raad concludeert dat de schatting van de premielonen verantwoord is, ondanks dat de uitkomst mogelijk hoger is dan wanneer appellante haar verplichtingen had nagekomen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om gedaagde te veroordelen in de proceskosten van appellante, noch om de rechtbank te verwijten dat zij de termijn voor het nemen van een besluit op bezwaar had geschonden.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarmee de eerdere beslissing van gedaagde om correctienota's op te leggen over de jaren 1996 tot en met 2000 is gehandhaafd.