ECLI:NL:CRVB:2005:AT7928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Toeslag op grond van de Toeslagenwet; recht op toeslag en ingangsdatum
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) voor appellant, die een uitkering ontving op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 17 april 2003 zijn beroep ongegrond verklaarde. Appellant stelt dat zijn recht op toeslag eerder ingaat dan de door gedaagde vastgestelde datum van 18 september 2001, namelijk per 11 juli 1999, de datum waarop hij een WAO-uitkering ontving. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat appellant pas recht heeft op de toeslag na de geboorte van zijn kind op 18 september 2001, conform de bepalingen in de TW.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant, geboren op 21 mei 1971 en gehuwd op 18 augustus 1999, niet eerder dan de geboortedatum van zijn kind in aanmerking kan komen voor de toeslag. De Raad wijst erop dat de wetgeving duidelijk is over de voorwaarden voor het recht op toeslag, waarbij de geboortedatum van het kind een cruciale factor is. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet kan slagen en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 3 juni 2005. De Raad acht geen termen aanwezig om gedaagde te veroordelen in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.