ECLI:NL:CRVB:2005:AT7192
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- R.H.M. Roelofs
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van wrakingsverzoek door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Alkmaar. Voor de aanvang van het onderzoek ter zitting op 14 juni 2005 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen alle leden van de Centrale Raad van Beroep, inclusief de voorzitter en de leden van de meervoudige kamer. Dit verzoek is gedaan op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om rechters te wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.
De Raad voor de Rechtspraak heeft het verzoek om wraking beoordeeld en vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet specifiek gericht was op de personen van de betrokken rechters, maar op het rechterlijk college als geheel. De Raad benadrukt dat een wrakingsverzoek moet zijn gebaseerd op feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de individuele rechters die de zaak behandelen. Aangezien verzoeker niet is verschenen ter zitting en zijn verzoek niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:15 Awb, heeft de Raad besloten het verzoek om wraking af te wijzen.
De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep, waarbij mr. Th.C. van Sloten als voorzitter fungeerde, samen met mr. R.H.M. Roelofs en mr. J.J.A. Kooijman als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 juni 2005, waarbij de griffier A.H. Polderman-Eelderink aanwezig was. De Raad concludeert dat er geen gegronde redenen zijn voor het wrakingsverzoek en bevestigt de noodzaak van de rechterlijke onpartijdigheid.