ECLI:NL:CRVB:2005:AT6764
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.W. Schuttel
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsongeschiktheid van een vrachtwagenchauffeur met rugklachten in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een vrachtwagenchauffeur die wegens rugklachten uitgevallen is. Appellant, die op 18 februari 1999 uitviel, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen. De rechtbank had geoordeeld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant correct was vastgesteld door de gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank had daarbij de orthopedisch chirurg G.J.I.M. van der Werf als deskundige geraadpleegd om de medische grondslag van het bestreden besluit te toetsen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat appellant niet meer geschikt is voor zijn eigen werk als vrachtwagenchauffeur, maar wel voor andere functies, zoals inpakker, dompelaar en parkeercontroleur. De Raad stelt vast dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 34,08% is vastgesteld, wat overeenkomt met de arbeidsongeschiktheidsklasse van 25 tot 35%.
Appellant heeft in hoger beroep enkel aangevoerd dat hij niet kan voldoen aan de functie-eisen van parkeercontroleur, gezien zijn beperkte beheersing van de Nederlandse taal en zijn lagere schoolopleiding. De Raad oordeelt echter dat appellant, gezien zijn ervaring en het behalen van zijn rijbewijs, in staat moet worden geacht om deze functie te vervullen. De Raad concludeert dat de eerdere oordelen van de rechtbank en het Uwv juist zijn en bevestigt de uitspraak. Er zijn geen termen aanwezig om de kosten van de procedure te vergoeden.