ECLI:NL:CRVB:2005:AT6703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- H.J. de Mooij
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstandsuitkering wegens niet verschijnen op afspraak en verblijf in Suriname
In deze zaak gaat het om de opschorting en intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die in Suriname verbleef. De gemeente Zwijndrecht had appellant op 31 januari 2002 geïnformeerd over de opschorting van zijn uitkering per 1 januari 2002, na het constateren van zijn verblijf in het buitenland. Appellant werd uitgenodigd voor een gesprek op 5 februari 2002, maar verscheen niet zonder bericht van verhindering. Hierdoor handhaafde de gemeente de opschorting van de uitkering bij besluit van 5 februari 2002. Vervolgens werd de uitkering op 7 februari 2002 ingetrokken, omdat appellant niet op de uitnodiging had gereageerd.
Appellant ging in bezwaar tegen de intrekking van zijn uitkering, maar de gemeente behandelde dit bezwaar ten onrechte als een bezwaar tegen de opschorting. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van 14 mei 2002 niet-ontvankelijk, omdat er geen rechtens te honoreren belang zou zijn. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de gemeente niet correct had gehandeld door het bezwaar van appellant niet op de juiste wijze te behandelen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellant gegrond. De gemeente werd verplicht om alsnog een besluit te nemen op het bezwaar tegen de intrekking van de uitkering. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 644,- bedroegen, en moest de gemeente het griffierecht van € 116,- vergoeden aan appellant.