ECLI:NL:CRVB:2005:AT6282
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot
In deze zaak gaat het om de weigering van een uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) aan appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 20 mei 2005 uitspraak gedaan in deze zaak, die is geregistreerd onder nummer 03/4719 ANW. De achtergrond van de zaak betreft de situatie waarin de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was onder de ANW, wat leidde tot de weigering van de uitkering door de Sociale verzekeringsbank.
Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank had vervolgens het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht. Appellante stelde echter dat zij tijdig had geprobeerd het griffierecht te betalen, wat door de Raad werd erkend. De Raad concludeerde dat de rechtbank appellante alsnog in de gelegenheid had moeten stellen om het griffierecht te voldoen, gezien de omstandigheden die buiten haar invloedssfeer lagen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor het toekennen van proceskosten, aangezien er geen kosten waren gevorderd. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de behandeling van beroepszaken en de noodzaak om appellanten de kans te geven hun rechten te effectueren, zelfs in gevallen van administratieve complicaties.