ECLI:NL:CRVB:2005:AT5972
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de mededeling omtrent bijstandsaanvraag en de rechtsgeldigheid daarvan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellant, die tot zijn ziekmelding op 2 april 2001 in loondienst heeft gewerkt, heeft op 12 juni 2003 een verzoek om bijstand ingediend bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek. Gedaagde heeft in een schriftelijk verslag van dit gesprek medegedeeld dat het bezwaar van appellant niet in behandeling wordt genomen, wat appellant heeft opgevat als een weigering om zijn aanvraag te behandelen. Hierop heeft appellant op 13 juni 2003 beroep ingesteld. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde gehouden was om het als bezwaarschrift gepresenteerde stuk in behandeling te nemen, en heeft het besluit van 12 juni 2003 vernietigd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de mededeling van gedaagde niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan worden aangemerkt, en heeft het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk verklaard.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak behandeld. De Raad bevestigt de uitspraak van de voorzieningenrechter, waarbij het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad is van oordeel dat de mededeling van gedaagde op 12 juni 2003 niet kan worden aangemerkt als een schriftelijke weigering om een bijstandsaanvraag in behandeling te nemen. De Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is vastgesteld dat een dergelijke mededeling niet als een besluit kan worden aangemerkt. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigt de aangevallen uitspraak, voorzover deze is aangevochten.