ECLI:NL:CRVB:2005:AT5441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- Th.C. van Sloten
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw) vanwege het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting door de appellanten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 april 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Bulterman, hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerde ongegrond verklaarde. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een onderzoek door de Sociale Recherche naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan de appellanten, waarbij werd vastgesteld dat appellant werkzaamheden had verricht in de autohandel zonder dit te melden.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten in de periode van 9 november 1998 tot en met 31 december 2001 een bijstandsuitkering ontvingen, maar dat zij verzuimd hebben om relevante informatie over hun werkzaamheden te verstrekken. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en voegt daaraan toe dat het feit dat appellant contact heeft gehad met een bureau over een stageplaats niet betekent dat hij voldaan heeft aan de inlichtingenverplichting. De Raad oordeelt dat de appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun activiteiten geen inkomsten hebben opgeleverd en dat zij hierdoor de mogelijkheid voor de gemeente om een onderzoek in te stellen hebben belemmerd.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van de ten onrechte ontvangen bijstand terecht zijn. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting in het kader van de bijstandsverlening.