ECLI:NL:CRVB:2005:AT4122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een ambtenaar wegens ongeschiktheid voor de functie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen zijn ontslag door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk. De appellant, die werkzaam was als [naam functie], werd ontslagen omdat hij, anders dan wegens ziekte of gebreken, onbewaam dan wel ongeschikt werd geacht voor zijn functie. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 24 februari 2005, waarbij de appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.G.M. van de Veerdonk, en de gemeente Winterswijk werd vertegenwoordigd door mr. P.J. Schaap en twee medewerkers van de gemeente.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant vanaf 1994 een verminderde productiviteit had, wat leidde tot achterstanden in zijn werk. Ondanks begeleiding en aanpassingen in zijn taken, bleef de appellant ondermaats presteren. In maart 2001 werd hij geïnformeerd over het voornemen tot ontslag, omdat hij ongeschikt werd geacht voor zijn functie. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit voornemen, maar zijn argumenten werden door de gemeente niet geaccepteerd.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van de gemeente ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van de appellant opnieuw beoordeeld. De Raad concludeerde dat het disfunctioneren van de appellant niet te wijten was aan ziekte of gebrek, maar aan zijn persoonlijkheidsstructuur. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gemeente terecht gebruik had gemaakt van haar bevoegdheid om de appellant te ontslaan. De Raad achtte geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten.