ECLI:NL:CRVB:2005:AT3940
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H.G. Rottier
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van het recht op toeslag en terugvordering van teveel betaald bedrag aan toeslag
In deze zaak gaat het om de herziening van het recht op toeslag en de terugvordering van een teveel betaald bedrag aan toeslag door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak is ontstaan na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002, waarbij het Uwv in de plaats trad van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). Appellant, het Uwv, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 26 februari 2003, waarin het beroep van gedaagde gegrond werd verklaard. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. drs. J.P. de Man, heeft bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van een bedrag van € 2.252,69 dat ten onrechte was betaald over de periode van 1 maart 2001 tot en met 30 september 2001.
De rechtbank oordeelde dat de besluiten tot herziening en beëindiging van het recht op toeslag in rechte onaantastbaar waren, maar dat de appellant niet zonder meer van de rechtmatigheid van deze besluiten mocht uitgaan. De rechtbank vond dat appellant geen inzichtelijke berekening had gegeven ter onderbouwing van de terugvordering. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat de rechtbank een onjuiste regel heeft aangenomen en dat de gedingstukken wel degelijk een duidelijke berekening bevatten.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat, ingevolge artikel 20, eerste lid, van de Toeslagenwet (TW), appellant verplicht is tot terugvordering van hetgeen onverschuldigd is betaald. De Raad stelt vast dat het herzieningsbesluit in rechte onaantastbaar is geworden, waardoor de rechtmatigheid van de herziening niet meer ter discussie staat. De Raad concludeert dat de terugvordering in overeenstemming is met het besluit van 2 oktober 2001 en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. De aangevallen uitspraak wordt vernietigd en het beroep van gedaagde wordt ongegrond verklaard.