ECLI:NL:CRVB:2005:AT3617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- P. Boer
- Rechtspraak.nl
Oordeel over termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift per e-mail
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat per e-mail is ingediend door appellant tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Appellant heeft zijn bezwaarschrift op 12 maart 2003 meerdere keren geprobeerd te verzenden, maar deze pogingen zijn niet succesvol gebleken. Uiteindelijk is het bezwaarschrift op 13 maart 2003 bij gedaagde aangekomen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift op 12 maart 2003 eindigde en dat het bezwaarschrift derhalve te laat is ingediend. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen, ondanks de argumenten van appellant dat de verzending per e-mail als tijdig moet worden aangemerkt. De Raad heeft vastgesteld dat de indiener van een bezwaarschrift het risico draagt dat zijn geschrift de geadresseerde niet of te laat bereikt, ook als dit te wijten is aan problemen met e-mailverkeer. De Raad heeft de eerdere pogingen tot verzending niet als geldig aangemerkt, omdat deze niet hebben geleid tot ontvangst door gedaagde. De uitspraak van de rechtbank Alkmaar, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend.