ECLI:NL:CRVB:2005:AT3476
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- F.M.S. Requisizione
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle van 28 maart 2003. Het hoger beroep werd echter ingetrokken door appellant op 12 november 2004. Gedaagde, die in deze procedure verzoekster is geworden, heeft vervolgens verzocht om appellant te veroordelen in de proceskosten. Appellant heeft geen verweerschrift ingediend en beide partijen hebben schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat, nu het hoger beroep door het bestuursorgaan is ingetrokken, er aanleiding is om appellant te veroordelen in de proceskosten van verzoekster. De kosten zijn begroot op € 322,00, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. Verzoekster heeft ook proceskosten in eerste aanleg opgevoerd, maar deze komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat de rechtbank in die procedure al een proceskostenvergoeding aan appellant heeft opgelegd.
Daarnaast heeft verzoekster verzocht om vergoeding van wettelijke rente, maar de Raad heeft geoordeeld dat de Beroepswet geen mogelijkheid biedt om in hoger beroep rente te vorderen nadat het bestuursorgaan het hoger beroep heeft ingetrokken. De gemachtigde van verzoekster moet zich voor de vergoeding van renteschade wenden tot gedaagde.
De uitspraak is gedaan door mr. K.J.S. Spaas, in tegenwoordigheid van mr. F.M.S. Requisizione als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2005. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.