ECLI:NL:CRVB:2005:AS7541
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Afwijzing woonvoorziening en niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens vervallen procesbelang
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een woonvoorziening in de vorm van een bijdrage in de kosten van woningaanpassing door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn. De aanvraag werd oorspronkelijk afgewezen op 19 december 2001, waarna het bezwaar op 13 mei 2002 ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep door appellante.
Tijdens de zitting op 19 januari 2005 is er op initiatief van de Raad een schikking tot stand gekomen. Gedaagde heeft aangeboden om een eenmalig bedrag van € 1.000,-- te verstrekken, wat door appellante is aanvaard. Dit aanbod werd gedaan in het licht van bijzondere omstandigheden die naar voren kwamen tijdens de zitting. Beide partijen hebben elkaar finale kwijting verleend, wat betekent dat appellante geen verzoek zal indienen voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.
Gezien de totstandkoming van deze finale schikking, heeft de Raad geoordeeld dat er geen belang meer bestaat bij de beoordeling van het hoger beroep. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2005, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad de beslissing hebben ondertekend.