ECLI:NL:CRVB:2005:AS6723
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- A. van Netten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid van een champignonplukster na herstelverklaring
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante, die als champignonplukster werkzaam was en op 22 juni 2001 uitviel wegens een nagelextractie. De appellante werd op 30 juli 2001 door een verzekeringsarts hersteld verklaard, maar viel op 1 augustus 2001 opnieuw uit wegens nek-, hoofdpijn- en rugklachten. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) stelde dat de appellante op 31 juli 2001 niet meer ongeschikt was voor haar arbeid. Het bezwaar van de appellante tegen dit besluit werd ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde deze beslissing. De rechtbank oordeelde dat de beschikbare medische gegevens geen beperkingen bij de appellante aantoonden en dat zij in staat was haar werkzaamheden te hervatten.
De appellante was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en stelde dat haar psychische klachten niet serieus waren genomen. In hoger beroep voerde zij aan dat zij het niet eens was met de herstelverklaring en dat zij na enkele uren op 1 augustus 2001 opnieuw was uitgevallen. De gedaagde partij, het Uwv, overhandigde een rapport van bezwaarverzekeringsarts A. Deitz, die geen aanleiding zag om het eerdere standpunt te herzien.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat er geen medische informatie was die het standpunt van de appellante onderbouwde. De Raad concludeerde dat de verzekeringsartsen geen beperkingen hadden vastgesteld en dat de appellante op 1 augustus 2001 in staat moest worden geacht haar werkzaamheden te verrichten. De uitspraak werd gedaan op 16 februari 2005.