ECLI:NL:CRVB:2005:AS4149
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.F. Talman
- G.L.M.J. Stevens
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Hernieuwd verzoek om erkenning als burgerslachtoffer in het kader van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak gaat het om een hernieuwd verzoek van eiseres om erkenning als burgerslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Eiseres, geboren in 1928 in het voormalige Nederlands-Indië, heeft in december 2000 een aanvraag ingediend, waarin zij gezondheidsklachten aanvoert die zij toeschrijft aan mishandelingen door een Japanse wacht en bombardementen op Makassar. Deze aanvraag werd afgewezen omdat de eerste gebeurtenis niet onder de wet viel en er geen bewijs was dat eiseres bij de tweede gebeurtenis betrokken was. Eiseres maakte hiertegen geen bezwaar.
In augustus 2002 diende eiseres een hernieuwde aanvraag in, waarin zij aangaf dat zij tijdens de Japanse bezetting was aangerand door een Japanse militair. Deze aanvraag werd opnieuw afgewezen, omdat er geen sprake zou zijn van een handeling door de vijandelijke macht. In bezwaar verklaarde eiseres dat zij verkracht was, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres ging in beroep, waarbij zij aanvoerde dat verweerster ten onrechte geen medisch onderzoek had laten uitvoeren om de omstandigheden van het seksueel misbruik te verifiëren.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat in gevallen van mogelijk seksueel misbruik onder de wet, verweerster doorgaans medisch onderzoek moet laten uitvoeren. De Raad volgt de benadering van verweerster, maar constateert dat eiseres voldoende informatie heeft verstrekt over de omstandigheden van het misbruik. De Raad oordeelt dat verweerster had moeten overgaan tot medisch onderzoek en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid. Daarom wordt het besluit vernietigd en verweerster wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres.