ECLI:NL:CRVB:2005:AS3988
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsverhouding tussen interim-manager en opdrachtgever in het kader van sociale werknemersverzekeringen
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsverhouding tussen een interim-manager, [betrokkene], en de gedaagde, die interimmanagementdiensten aanbiedt. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had geoordeeld dat de arbeidsverhouding tussen gedaagde en [betrokkene] niet kwalificeerde als een privaatrechtelijke dienstbetrekking, omdat er geen gezagsverhouding zou zijn. De Raad van Beroep oordeelt echter dat er wel degelijk aan alle voorwaarden voor een dienstbetrekking is voldaan, ondanks de grote mate van vrijheid die [betrokkene] had in haar werkzaamheden.
De zaak ontstond na een besluit van het Uwv op 21 februari 2002, waarin de bezwaren van gedaagde tegen een eerdere beslissing van 16 mei 2001 ongegrond werden verklaard. De rechtbank vernietigde dit besluit en oordeelde dat er geen gezagsverhouding was, wat het Uwv niet kon accepteren. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van het Uwv gevolgd en geconcludeerd dat de aard van de werkzaamheden en de voorwaarden waaronder deze werden verricht, duiden op een dienstbetrekking. De Raad wijst op de verplichtingen tot persoonlijke arbeidsverrichting en loonbetaling, die beide aanwezig waren.
De Raad concludeert dat de eerdere uitspraak van de rechtbank niet in stand kan blijven en verklaart het beroep van gedaagde ongegrond. De Raad benadrukt dat de juridische vormgeving van de samenwerking tussen gedaagde en [betrokkene] niet uitsluit dat er sprake is van gezagsuitoefening, ondanks de zelfstandige status van [betrokkene] in andere contexten. De uitspraak van de Raad heeft belangrijke implicaties voor de kwalificatie van arbeidsrelaties in het kader van sociale verzekeringen.