ECLI:NL:CRVB:2004:AS1926
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- C.P.J. Goorden
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Te late betaling griffierecht in hoger beroep
In deze zaak heeft de opposant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle van 1 oktober 2004, waarbij het griffierecht niet tijdig was betaald. De Centrale Raad van Beroep had eerder op 10 maart 2004 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard vanwege de te late betaling van het griffierecht. De opposant heeft op 20 april 2004 verzet aangetekend tegen deze uitspraak, wat leidde tot een zitting op 17 november 2004. Tijdens deze zitting zijn beide partijen niet verschenen.
De opposant voerde in zijn verzet aan dat de te late betaling te wijten was aan zijn ernstige financiële situatie. De Raad oordeelde echter dat deze omstandigheden geen excuus vormden voor de late betaling. De opposant had zijn stelling niet met bewijsstukken onderbouwd, waardoor de Raad geen reden zag om de late betaling te verontschuldigen. Het verzet werd derhalve ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep, onder leiding van voorzitter mr. M.A. Hoogeveen en de leden mr. C.P.J. Goorden en mr. J. Riphagen, heeft in deze uitspraak geen termen gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 december 2004.