ECLI:NL:CRVB:2004:AR8773
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- R.H. de Bock
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergoeding en hoogte van opleidingskosten voor rechtenstudie aan de Open Universiteit
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 15 juni 2004, waarin zijn verzoek om vergoeding van studiekosten voor de rechtenstudie aan de Open Universiteit en de kosten van een laptop werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 24 november 2004, waarbij appellant aanwezig was en de gedaagde partij, de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, niet verscheen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de afwijzing van de studiekostenvergoeding ongegrond was, omdat niet was aangetoond dat de studie de mogelijkheden van appellant om inkomensvormende arbeid te verrichten zou vergroten. De rechtbank oordeelde ook dat de kosten van de laptop als algemeen gebruikelijk konden worden beschouwd, en verwees naar eerdere uitspraken ter ondersteuning van dit oordeel.
In hoger beroep heeft appellant zijn bezwaren tegen de uitspraak van de rechtbank gemotiveerd, waarbij hij stelde dat de rechtbank de bevindingen van de arbeidsdeskundigen ten onrechte had gevolgd. De Centrale Raad van Beroep heeft de rapporten van de arbeidsdeskundigen in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de afwijzing van de studiekostenvergoeding op goede gronden berustte. De Raad oordeelde dat, gezien de leeftijd en werkervaring van appellant, het niet aannemelijk was dat hij op de rechtenstudie was aangewezen voor een reëel perspectief op de arbeidsmarkt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.