ECLI:NL:CRVB:2004:AR6879
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Schikking tussen appellant en zorgverzekeraar na afwijzing medische kostenvergoeding
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor vergoeding van medische kosten door de Onderlinge waarborgmaatschappij Amicon Zorgverzekeraar. De aanvraag betrof een operatieve ingreep aan de linkerhand, die op 10 april 1996 door de zorgverzekeraar was afgewezen. De rechtbank Arnhem had eerder het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten, wat leidde tot hoger beroep door de appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. van Etten.
De zitting vond plaats op 28 augustus 1999, waarna het onderzoek werd geschorst. Het onderzoek werd heropend op 22 september 2004, waar de appellant in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. J.H. de Boer. Tijdens deze zitting werd, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak, op initiatief van de Raad een schikking tot stand gebracht. De zorgverzekeraar bood de appellant een tegemoetkoming van € 1750,-- aan, te voldoen binnen vier weken. De appellant stemde in met dit aanbod en deed afstand van verdere proceskosten en het griffierecht.
Aangezien partijen elkaar finale kwijting verleenden, bestond er geen belang meer bij de beoordeling van het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. M.I. ’t Hooft en de leden mr. R.M. van Male en mr. G.M.T. Berkel-Kikkert, in aanwezigheid van griffier B.M. Biever-van Leeuwen, en werd openbaar uitgesproken op 3 november 2004.