ECLI:NL:CRVB:2004:AR6533
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Niet verschoonbare termijnoverschrijding bij indiening beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellant, wonende in Suriname, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank niet-ontvankelijk werd verklaard. Het bestreden besluit, dat appellant op 18 juni 2002 ontving, hield in dat hij geen recht meer had op kinderbijslag omdat hij niet meer verzekerd was voor de Algemene Kinderbijslagwet. Appellant stelde dat hij het besluit pas op 12 februari 2003 had ontvangen en dat de vertraging in de indiening van zijn beroepschrift te wijten was aan de Surinaamse posterijen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 8 oktober 2004, waarbij appellant niet aanwezig was. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. P.C.J. van de Nes, heeft een verweerschrift ingediend. De Raad overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. Aangezien het beroepschrift pas op 25 februari 2003 door de rechtbank was ontvangen, was het te laat ingediend.
De Raad concludeerde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het beroepschrift tijdig ter post was bezorgd. De door appellant aangevoerde omstandigheden, zoals de trage postverwerking door de Surinaamse posterijen, werden niet als verontschuldigbaar beschouwd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellant niet-ontvankelijk, zonder toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.