ECLI:NL:CRVB:2004:AR6231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- C.P.J. Goorden
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Overname van betalingsverplichtingen bij faillissement en WW-uitkering
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2004, staat de vraag centraal of de nieuwe werkgever van appellante, na het faillissement van haar oude werkgever, gehouden is de betalingsverplichtingen over te nemen. Appellante had een aanvraag voor een WW-uitkering ingediend na het faillissement van Nooitgedacht Recreatie B.V. op 25 juli 2000. Gedaagde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het standpunt dat de nieuwe werkgever, Hogenboom Beheer B.V., verantwoordelijk was voor de overname van de verplichtingen van de oude werkgever. De rechtbank Groningen had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd bevestigd.
De Raad oordeelde dat er sprake was van een overgang van onderneming zoals bedoeld in artikel 7:662 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent dat de rechten en plichten van de oude werkgever automatisch overgingen naar de nieuwe werkgever. Appellante stelde dat het niet eenvoudig was om haar vordering te verhalen, maar de Raad oordeelde dat dit niet afdoet aan de verplichtingen van de nieuwe werkgever. De Raad bevestigde dat appellante van rechtswege werknemer was geworden van Nooitgedacht Exploitatie B.V. en dat de verplichtingen voortvloeiende uit haar dienstverband met Nooitgedacht Recreatie B.V. op de nieuwe werkgever waren overgegaan.
De uitspraak benadrukt het belang van de regels omtrent de overgang van onderneming in het kader van de Werkloosheidswet en de verantwoordelijkheden van werkgevers bij faillissementen. De Raad concludeerde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank terecht was en dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en de betrokken partijen werden op de hoogte gesteld van de beslissing.