ECLI:NL:CRVB:2004:AR5258
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 oktober 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep van appellante, die in Marokko woont. Appellante had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, dat haar bezwaar tegen de beëindiging van haar ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) ongegrond had verklaard. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht niet had betaald. Appellante stelde in hoger beroep dat zij het griffierecht per internationale postwissel had overgemaakt vanuit Nador, Marokko.
De Raad overwoog dat de rechtbank appellante in de gelegenheid had moeten stellen om het griffierecht alsnog te betalen, aangezien zij voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij een poging had gedaan om het griffierecht te voldoen. De Raad merkte op dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen omstandigheden waren die erop wezen dat appellante in verzuim was. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Sociale verzekeringsbank het in hoger beroep betaalde griffierecht aan appellante moest vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het recht op toegang tot de rechter, zelfs wanneer er problemen zijn met de betaling van griffierechten, en dat rechters rekening moeten houden met de omstandigheden van de betrokken partijen.