ECLI:NL:CRVB:2004:AR4791
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- J.G. Treffers
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Weigering van periodieke uitkering op grond van de WUBO wegens werkbeëindiging zonder verband met oorlogsinvaliditeit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2004 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een burger-oorlogsslachtoffer, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogs-slachtoffers 1940-1945 (WUBO). De verweerster had echter geweigerd om eiser een periodieke uitkering toe te kennen, met als argument dat de werkbeëindiging van eiser in 1998 geen verband hield met zijn oorlogsinvaliditeit. Eiser was van mening dat zijn psychische klachten, die in 2001 naar voren kwamen, al in 1998 de oorzaak waren van zijn werkbeëindiging.
De Raad heeft de argumenten van eiser en de medische gegevens die door hem zijn overgelegd, waaronder een verklaring van psychiater Van de Lande, zorgvuldig gewogen. De Raad oordeelde dat de verweerster onvoldoende objectieve medische gegevens had om te concluderen dat de werkbeëindiging in 1998 niet het gevolg was van de oorlogsinvaliditeit van eiser. De Raad concludeerde dat er wel degelijk sprake was van causale invaliditeit in 1998, en dat de beslissing van de verweerster in strijd was met artikel 7 van de WUBO.
Daarom verklaarde de Raad het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerster op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd verweerster veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, die op € 644,-- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in het kader van aanvragen voor uitkeringen op basis van de WUBO.