ECLI:NL:CRVB:2004:AR4404
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.Th. Wolleswinkel
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Afkoopregeling in het kader van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO)
In deze zaak gaat het om de vraag of appellant terecht niet in aanmerking is gebracht voor een afkoopregeling op basis van artikel 49 van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO). Appellant, die per 1 augustus 1995 als leraar Engels is ontslagen, had een uitkering ontvangen op basis van het BWOO. In januari 2000 verzocht hij het Participatiefonds om in aanmerking te komen voor een afkoopregeling, omdat hij een onderwijsbegeleidingsinstituut wilde starten. Na een lange periode van afhandeling en correspondentie met het Participatiefonds, werd zijn verzoek in november 2001 afgewezen, omdat zijn uitkering op dat moment al van rechtswege was geëindigd. Appellant ging in beroep tegen deze afwijzing, maar de rechtbank verklaarde zijn beroep ongegrond. Hierop stelde appellant hoger beroep in bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep behandelde de zaak op 2 september 2004, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde vertegenwoordigd werd door mr. D.R. Abdoelhak. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde, omdat de uitkering van appellant al was beëindigd op het moment dat hij zijn verzoek om afkoop indiende. De Raad merkte op dat de vertraging in de behandeling van het verzoek vooral aan het Participatiefonds te wijten was, maar dat appellant zelf ook bijdroeg aan de vertraging door niet alle benodigde gegevens tijdig aan te leveren. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.F. Talman als voorzitter, met mr. J.Th. Wolleswinkel en mr. K. Zeilemaker als leden, en griffier P.W.J. Hospel. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 14 oktober 2004.