ECLI:NL:CRVB:2004:AR3644
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- A. Beuker-Tilstra
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Intrekking van de veiligheidsverklaring van een officier van de Koninklijke Luchtmacht
In deze zaak gaat het om de intrekking van de veiligheidsverklaring van een officier van de Koninklijke Luchtmacht, appellante, die werkzaam was bij het dienstvak Inlichtingen en Veiligheid. De Minister van Defensie heeft op 15 februari 2001 de veiligheidsverklaring ingetrokken omdat uit een hernieuwd veiligheidsonderzoek bleek dat appellante een relatie had met een kaderlid van de Nederlandse Volksunie. Dit leidde tot schorsing en uiteindelijk ontslag van appellante.
Appellante heeft tegen de besluiten van de Minister van Defensie bezwaar aangetekend, maar deze bezwaren zijn ongegrond verklaard. De rechtbank ’s-Gravenhage heeft in eerdere uitspraken de beroepen van appellante tegen deze besluiten eveneens ongegrond verklaard. Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraken bevestigd en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor vergoeding van proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van de veiligheidsverklaring en de daaropvolgende besluiten rechtmatig zijn, en dat appellante geen zelfstandige grieven heeft tegen de bestreden besluiten, die afhankelijk zijn van de intrekking van de veiligheidsverklaring.
De uitspraak is gedaan op 7 oktober 2004 door de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier. De zaak is behandeld ter zitting op 26 augustus 2004, waar appellante in persoon is verschenen, bijgestaan door haar advocaat. De gedaagden zijn vertegenwoordigd door medewerkers van het Ministerie van Defensie.