ECLI:NL:CRVB:2004:AR3501
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- R.H.M. Roelofs
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand woninginrichtingskosten en woonkostentoeslag
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. Strijbosch, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 11 april 2002, waarin zijn aanvragen voor bijzondere bijstand in woninginrichtingskosten en voor woonkostentoeslag door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven waren afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 24 augustus 2004, waarbij appellant aanwezig was en gedaagde vertegenwoordigd werd door J.L.J. Martens. Appellant had in maart 2000 aanvragen ingediend op basis van de Algemene bijstandswet (Abw), maar deze aanvragen werden afgewezen omdat niet was aangetoond dat de kosten noodzakelijk waren. Gedaagde stelde dat appellant niet op het opgegeven adres woonde, wat door twee huisbezoeken werd bevestigd.
De Raad oordeelde dat de afwijzing van de aanvragen terecht was, omdat appellant niet kon aantonen dat hij op het opgegeven adres zijn hoofdverblijf had. De Raad concludeerde dat de kosten voor een woning die niet bewoond wordt, niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt volgens artikel 39 van de Abw. Het hoger beroep werd verworpen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werden geen proceskosten aan gedaagde opgelegd.