ECLI:NL:CRVB:2004:AR3464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Weigering uitkering op basis van het Uitkeringsreglement Individuele Uitkeringen Stichting Het Gebaar
In deze zaak gaat het om de weigering van een uitkering op basis van het Uitkeringsreglement Individuele Uitkeringen Stichting Het Gebaar. De erven van de betrokkene, die in oktober 1973 vanuit Jakarta naar Nederland is gekomen, hebben hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Deze uitspraak verklaarde het beroep van appellanten ongegrond, omdat de betrokkene niet voldeed aan de vereisten van het reglement. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 19 augustus 2004, waarbij appellanten niet verschenen, maar gedaagde vertegenwoordigd was door mr. S. Verhage.
De Raad heeft vastgesteld dat de betrokkene niet voldeed aan de definitie van belanghebbende zoals vastgelegd in het reglement. Dit reglement is ingesteld ter erkenning van de problemen die oorlogsslachtoffers in Nederlands-Indië hebben ervaren. De Raad heeft geen regels gevonden die de regering verbieden om een stichting op te richten voor het beheer van de aan deze slachtoffers ter beschikking gestelde gelden. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de uitvoering van het reglement.
De Raad heeft ook geen termen gezien om proceskosten te vergoeden, en heeft de beslissing van de rechtbank in stand gelaten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke definitie van belanghebbenden in het kader van het uitkeringsreglement en bevestigt de rechtsgeldigheid van de constructie die door de regering is opgezet voor het toekennen van uitkeringen aan de Indische gemeenschap.