ECLI:NL:CRVB:2004:AR1384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- L.N. Nijhuis
- J.Th. Wolleswinkel
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Einde tijdelijk dienstverband en rechtswege beëindiging aanstelling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tegen een uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage. De rechtbank had geoordeeld dat de aanstelling van gedaagde per 1 januari 2001 van rechtswege was geëindigd, terwijl de Minister van mening was dat gedaagde niet opnieuw in dienst kon worden aangesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 juli 2004, waarbij de Minister werd vertegenwoordigd door mr. P.J. Schaap en gedaagde door mr. drs. T. Bissessur.
De Raad oordeelt dat de aanstelling van gedaagde per 1 september 2001 van rechtswege is beëindigd, omdat de Minister gedaagde op 22 augustus 2001 had geïnformeerd dat zijn aanstelling zou eindigen. De Raad stelt vast dat gedaagde niet tijdig op de hoogte was gesteld van de tijdelijke aanstelling die hem was aangeboden, waardoor zijn dienstverband niet van rechtswege was geëindigd. De Raad concludeert dat de rechtbank onterecht heeft geoordeeld dat gedaagde per 1 januari 2001 voor onbepaalde tijd in dienst was.
De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van gedaagde ongegrond. De Raad overweegt dat de Minister terecht heeft geweigerd om gedaagde opnieuw aan te stellen, gezien de reorganisatie en het gebrek aan beschikbare werkzaamheden. De Raad acht de weigering van de Minister niet onrechtmatig en concludeert dat er geen termen zijn voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2004.