ECLI:NL:CRVB:2004:AQ6601
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- C. van Viegen
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van vermogen en bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin de rechtbank het bezwaar van appellante tegen de vaststelling van haar vermogen ongegrond heeft verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo, dat haar vermogen per 12 januari 2001 op f 10.000,-- had vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 8 juni 2004, maar beide partijen zijn niet verschenen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante sinds 1 januari 2003 geen bijstandsuitkering meer ontvangt vanwege samenwoning en het gezamenlijk inkomen van haar en haar partner, dat boven de bijstandsnorm voor gehuwden ligt. Hierdoor heeft appellante geen processueel belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van de vaststelling van haar vermogen, aangezien deze vaststelling geen invloed heeft gehad op haar recht op bijstand.
De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk is, omdat er geen voldoende processueel belang meer is. De Raad benadrukt dat het niet de taak van de rechter is om op verzoek van partijen principiële overwegingen in de uitspraak op te nemen. De uitspraak van de Raad is gedaan op 20 juli 2004, waarbij het hoger beroep van appellante werd afgewezen en er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.