ECLI:NL:CRVB:2004:AQ5356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van medicijnen clotrimazol, bocasan en cobsodyl
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van de medicijnen clotrimazol, bocasan en cobsodyl. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat M.J. Blom, had eerder een aanvraag ingediend bij het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse, welke was afgewezen. De rechtbank Rotterdam had het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen recht had op bijzondere bijstand, omdat de kosten van de medicijnen als zelfzorgmiddelen worden aangemerkt. Volgens artikel 39, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw) heeft een alleenstaande of gezin recht op bijzondere bijstand voor noodzakelijke kosten van het bestaan, mits deze kosten niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm. De Raad oordeelde dat de kosten van de medicijnen in dit geval konden worden gedekt door de bijstandsnorm en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden.
De Raad benadrukte dat de bestuursrechter niet gebonden is aan het beleid van het bestuursorgaan en dat het bevoegd bestuursorgaan geen beoordelingsvrijheid toekomt in deze specifieke situatie. De rechtbank had de aanvraag van de appellant onterecht getoetst aan de beleidsregels van de gemeente, in plaats van aan de wettelijke bepalingen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.