ECLI:NL:CRVB:2004:AQ4521
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- R.C. Stam
- O.J.D.M.L. Jansen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid feitelijk beleidsbepaler voor onbetaald gelaten premies sociale werknemersverzekeringswetten
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van appellant als feitelijk beleidsbepaler voor onbetaald gelaten premies ingevolge de sociale werknemersverzekeringswetten. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn bezwaren tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond zijn verklaard. Appellant is aansprakelijk gesteld voor een bedrag van fl. 279.077,52, dat later is verlaagd tot fl. 92.843,52 (€ 42.130,56).
De Raad stelt vast dat appellant, ondanks zijn ontkenning, voldoende betrokkenheid bij de vennootschap heeft gehad om als feitelijk beleidsbepaler te worden aangemerkt. Tijdens een onderzoek door de Opsporingsdienst van het Uwv is appellant verhoord en zijn verklaringen, samen met die van anderen, wijzen erop dat hij een actieve rol speelde in het beleid van de vennootschap. De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vennootschap niet in staat was om een rechtsgeldige melding van betalingsonmacht te doen, wat hem aansprakelijk maakt voor de onbetaalde premies.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de Raad oordeelt dat er geen termen zijn om af te wijken van de eerder vastgestelde aansprakelijkheid. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing gezamenlijk hebben genomen. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van feitelijk beleidsbepalers binnen vennootschappen en de gevolgen van niet-naleving van wettelijke verplichtingen met betrekking tot sociale verzekeringen.