ECLI:NL:CRVB:2004:AQ1083
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- M.B.M. Vermeulen
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Recht op vergoeding van rente over te late betaling van nabestaandenuitkering
In deze zaak gaat het om de vraag of appellant recht heeft op vergoeding van rente over de te late betaling van zijn nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (Anw). Appellant heeft in februari 2000 een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering na het overlijden van zijn echtgenote op 23 december 1999. De Sociale verzekeringsbank, gedaagde in deze procedure, heeft appellant met ingang van december 1999 een nabestaandenuitkering toegekend, maar de uitkering over de maanden december 1999 en januari 2000 werd niet direct uitbetaald. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen het niet uitbetalen van deze uitkering en vorderde betaling van de uitkering plus de daarover verschuldigde wettelijke rente.
Gedaagde verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk, met de stelling dat het niet uitbetalen van een uitkering geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat er een rechtsmiddel open moet staan als een bestuursorgaan geen uitvoering geeft aan de toekenning van een uitkering en dat hem wettelijke rente toekomt.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellant geen recht heeft op wettelijke rente, omdat de bijstandsuitkering die hij over de maanden december 1999 en januari 2000 heeft ontvangen, hoger was dan de nabestaandenuitkering die hem toekwam. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van gedaagde om de uitkering niet uit te betalen, vernietigd. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 16,-. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen.