ECLI:NL:CRVB:2004:AP8852
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- Ch.J.G. Olde Kalter
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juni 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 21 oktober 2003 inzake de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Verzoekster, die in deze procedure optrad tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), had verzocht om herziening op basis van nieuwe feiten of omstandigheden. De Raad heeft vastgesteld dat de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002 in werking is getreden, waardoor de Raad van bestuur van het Uwv in de plaats is getreden van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). De Raad heeft de ingediende stukken en de argumenten van verzoekster beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening konden rechtvaardigen. De Raad heeft eerder in zijn jurisprudentie benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak zonder nieuwe relevante informatie. De Raad heeft daarom het verzoek om herziening afgewezen, zonder termen aanwezig te achten voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, met M.C. Bruning als voorzitter en de leden Ch.J.G. Olde Kalter en M.S.E. Wulffraat-van Dijk. De griffier J. Verrips was ook aanwezig tijdens de uitspraak.