ECLI:NL:CRVB:2004:AP8227
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.Th. Wolleswinkel
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Relatie tussen groepsleider en pupil; eervol ontslag op grond van ongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een groepsleider in een jeugdinrichting, tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard tegen het besluit van de Minister van Justitie, die appellant de toegang tot de jeugdinrichting had ontzegd en hem had geschorst. Dit gebeurde naar aanleiding van een relatie die appellant had met een pupil van de inrichting, wat in strijd werd geacht met de normen van zijn functie. De Minister verleende appellant eervol ontslag op grond van ongeschiktheid voor de functie, anders dan op basis van ziels- of lichaamsgebreken. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de Minister terecht had geoordeeld dat appellant ongeschikt was voor zijn functie. De Raad stelde vast dat appellant geen zelfstandige grieven had ingediend tegen de ontzegging van de toegang en de schorsing. De Raad deelde het oordeel van de rechtbank dat de relatie van appellant met de pupil en het verzwijgen daarvan hem ongeschikt maakten voor de functie van groepsleider. De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van proceskosten.